(Bron: NRC Handelsblad, cultureel supplement, 16 juni 2022; Foto: Sake Elzinga) Friede den Hütten, Krieg den Palästen’, schreef de Duitse dichter en toneel schrijver Georg Büchner in 1834 in zijn beroemde pamflet Der Hessische Landbote. Hij was toen 21 jaar oud en studeerde medicijnen, twee jaar later was hij dood.
„Vrede de hutten, oorlog de paleizen.” De eerste woorden van het pamflet maken al duidelijk dat het Büchner te doen was om sociale misstanden, die kennelijk bestreden konden worden door de paleizen en hun bewoners de oorlog te verklaren. Over de bewoners van die hutten, die enkele decennia later de ‘verworpenen der aarde’ zouden worden genoemd, moest dan als vanzelf de vrede neerdalen.
Begin juni verbleef ik op uitnodiging van Hanneke Ronnes, die de Bijzondere leerstoel Historische buitenplaatsen en landgoederen aan de Rijksuniversiteit Groningen bekleedt, en Stichting Het Drentse Landschap een week op Landgoed Overcingel, een stadspaleis in het centrum van Assen met een tuin zo groot als een park. De stichting is sinds 2019 beheerder van het pand, dat daarvoor gedurende 250 jaar in handen was van dezelfde familie.