De Villa op het Landgoed Bosch en Vaart is gebouwd in 1881 in een combinatie van Eclecticisme en Chaletstijl. Het huis ligt in een in landschappelijke stijl aangelegde tuin en is georiënteerd op het Noord Willemskanaal.
De woning is op rechthoekige grondslag gebaseerd en in bepleisterde baksteen opgetrokken. Het bestaat uit twee bouwlagen en is gedekt door zadeldak met steekkappen; schoorstenen met kappen; overstek met cassette betimmering rustend op houten consoles; in de topgevels een houten betimmering met snijwerk; op de hoeken restanten van zinken acroteria. Symmetrische gevelindelingen met onder meer een brede plint, pilastervormen met blokvormige bosschage, eenvoudige cordonlijst; oorspronkelijke vensterindeling.
De noordgevel heeft vensters in risaliserend gedeelte met omlijsting; verdiepingsvenster met segmentboogvormig fronton met kuif; zoldervenster met stijl en ruitvormig bovenlicht.
De oostgevel heeft een risaliserend gedeelte met een op zwaar verjongende houten kolommen rustend balkon; borstwering met snijwerk; portiek met boogvormige nissen in de zijwanden; dubbele paneeldeur met naald en voorzien van gietijzers sierroosters; openslaande balkondeuren in omlijsting met segmentvormig fronton met kuif.
De zuidgevel is in hoofdvorm vergelijkbaar met de noordgevel maar voorzien van een verranda met daarboven een loggia onder lessenaardak voorzien van fijn snijwerk in borstwering, in de accoladevormige gevelvelden en in de sierlijsten aan de loggia; de loggia wordt onderbouwd door gietijzeren kolommen (rank type waarbij in het basement een bloembak is opgenomen; de consoles zijn in ragfijn gietijzer uitgevoerd).
De westgevel is in hoofdvorm vergelijkbaar met de oostgevel maar voorzien van platte aanbouw met loggia’s onder lessenaardak; borstwering met fijn snijwerk; beglazing met ruitvormige roedeverdeling; dubbele paneeldeuren met naald; in bovenlicht een (uit een afgebrand pand van de Rijksuniversiteit Groningen aan het Broerplein afkomstige) lantaarn met gietijzeren snijwerk.
Het herenhuis Bosch en Vaart is van cultuurhistorisch belang als hoofdelement van het gelijknamige complex, tevens is het van architectuurhistorisch belang vanwege de vormgeving, het ontwerp, de gaafheid en herkenbaarheid en van stedebouwkundig belang in relatie tot de overige onderdelen van het complex (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).